De binnenkant van ieders bubbel

Ik zit in de tuin met mijn twee kinderen. De zon schijnt en de ene na de andere bloem kleurt en geurt. Elke bloem maakt ons extra lang blij. Want de tijd staat stil en niemand lijkt te weten voor hoe lang. De jongens houden samen onze reuzegrote parasol in bedwang, terwijl ik bovenaan een jaren geleden geknapt touw vervang.
“Waarom moet dat touw hier hangen, jongens?” vraag ik.
“Oh nee … weer papa-school,” kermen zij. Maar hun hun hersenen draaien al. Als ik nog even treuzel met dat knoopje, begrijpen ze de eenvoudige mechaniek van onze parasol. Elke klus krijgt een leerrijk kantje. De jarenlange opeenstapeling van defecte apparaten, krakende klinken en slepende deuren brengt vrolijke zin in onze dagen thuis. De kinderen verblijven afwisselend drie en een halve dag bij mama en bij papa. Dat is nu een groot voordeel. Het geeft structuur en afwisseling, voor ouder en kind.
Dit is een tijd van gezinnen. Nooit eerder zag ik zoveel verwanten ontspannen op straat. Moeders en dochters, arm in arm. Vaders met tienerkinderen in de natuur. Hele families op berenjacht. Er gebeurt veel samen. Het is gemakkelijk om elkaar aan te spreken, want we zijn allemaal met dezelfde dingen bezig. Of toch niet? Een bevriend gezin wandelt langs onze tuin. De kinderen op de step en rolschaatsen. Een plaatje. Zo denk ik, vanuit mijn onbezorgde bubbel. “Wij hebben het alle vier gehad,” zegt de mama. “Ik was twee weken in het ziekenhuis. Ik ben kapot.” Gisteren belde een oom. Hij verhuisde na zijn scheiding vorig jaar naar een nieuw appartement. Geen tuin of klusjes, geen gesprek. Er is naast veel samen, minstens even veel alleen. Een vriendin doet straattheater. Ze werkt keihard, maar moet haar inkomen aanvullen met shiften in een restaurant. Nu is alles weg. Ook voor haar staat de tijd stil, maar rekeningen blijven komen. En heeft er iemand deze zomer een straatartiest nodig? Er zijn hemelsbrede verschillen tussen al die mensen in hun eigen kot. Het gezin waarin je leeft, bepaalt nu meer dan ooit je leven. Ik denk aan de keiharde financiële cijfers. Het kleine appartementje. Het volle hoofd van de alleenstaande ouder van drie kleuters. Het opgesloten gevoel van jongeren in hun wilde jaren. De pijn van de zieke. Angst en onrust. Het afgesneden zijn van dierbaren. De ruzies. Ik wens gezinnen in minder onbezorgde bubbels moed. Mijn oom aan de telefoon. De theatervriendin met een kaartje. De zestienjarige buurjongen met een knikje. Een kleine druppel, maar we mogen die druppels wél alle kanten op blijven strooien.

De Wakkere Papa