Heb je het ook gehad met hygiëne? Handen wassen, mondmasker op, handschoenen aan, knuffelfunctie uit, steeds weer spray. Altijd denken voor je doet. Nooit spontaan, ik zeg maar wat, niezen. Want dat is hygiëne. Het is trouwens ook een uitzonderlijk lelijk woord om naar te kijken, onder ons gezegd.
Begrijp me niet verkeerd. Ik snap dat in bepaalde situaties hygiëne nodig is. En ik ben bereid mijn eigen kinderen telkens opnieuw op het belang daarvan te wijzen. Maar de wakkere papa in mij vreest nog steeds voor de gevolgen. Het gebrek aan uitwisseling van goede en slechte bacteriën bijvoorbeeld. Het gebrek aan uitwisseling van liefde via nabijheid. Er zijn, jazeker, kinderen geboren in de afgelopen steriele jaren waarin aanraking een schaars goed was. Er zijn kinderen, soms erg jong, die vele weken geïsoleerd hebben geleefd op hun kamer, alleen met plastic handschoenen door de haren geaaid.
Naar aanleiding van dit themanummer over gezondheid, vat ik al snel het plan op om hygiëne eens stevig door de modder te sleuren. Op zoek naar munitie check ik de betekenis volgens Wikipedia: ‘hygiëne is een verzamelnaam voor alle handelingen en handelingswijzen die ervoor zorgen dat mensen en dieren gezond blijven door ziekteverwekkers uit de buurt te houden.’“Maar dat doe ik nu net de hele tijd!”, roep ik vanachter mijn scherm.
“Wat doe jij papa?”, vraagt mijn jongste zoon van elf.
“Waken over jullie gezondheid …”
“Dat is waar!”, roept mijn oudste.
“… door ongezonde voeding, bijvoorbeeld, uit jullie buurt te houden.”
“Spijtig genoeg!”
“Ja … waarom staat de chocolade eigenlijk zo hoog in de kast.”
Inderdaad: ik kies heel bewust wat ikzelf en mijn kinderen in de mond stoppen en wat niet. Ik sta vaak letterlijk vies te kijken als ik zie wat sommige vrienden of collega’s allemaal in hun lichaam kieperen. Dan toch een soort smetvrees, misschien. Ik heb een diepgeworteld respect voor mijn binnenwereld. Ik wil die niet verstoren met rotzooi. En dat trek ik door in de zorg voor mijn kinderen.
Niet te veel suiker, vlees of melk. Van niets te veel eigenlijk. Graag biologisch. Geen chemische middelen in de tuin. Eieren van onze eigen kippen. Zelfgemaakte confituur, brood en pizza. Eigenlijk ben ik een echte foodie. En mijn kinderen ook: die lezen spontaan nieuwsgierig elke ingrediëntenlijst. Of de bijsluiter van medicatie.
Ook ziekteverwekkers voor de psychische gezondheid probeer ik op afstand te houden. Dat klinkt heel censuur-achtig. Maar ik fluister het toch: ik wil eigenlijk echt, absoluut weten waar mijn kinderen naar kijken op allerlei schermen. En ik wil niet dat daar al te veel rotzooi tussen zit, die hun psychische gezondheid aantast. Rotzooi = alles wat onweerstaanbaar verleidelijk aan ons wordt gepresenteerd, maar eigenlijk niet goed voor ons is. Drie kwart van de supermarkt. En negentig procent van het internet. Ruwe schatting.
Ben ik een controlefreak? Eigenlijk niet van nature. En uiteraard is te hygiënisch omgaan met allerlei soorten rotzooi ook niet goed. Dat was net mijn punt hierboven. Maar ik geloof wel heel stellig dat als we, in deze tijd, in deze samenleving, wat meer kieskeurig of hygiënisch omgaan met alles waar we onszelf en onze kinderen aan blootstellen, er weldra veel meer gezonde en evenwichtige kinderen en volwassenen op de aarde rondlopen!
De Wakkere Papa