Broederbanden onder druk

De hobby van mijn oudste zoon is weer voorbij voor deze week. De jongens en meisjes druipen moe maar voldaan af naar de kleedkamer. Mijn jongste zoon schiet uit de startblokken. Hij vliegt als een kanonskogel op zijn broer af. Hij is oprecht gelukkig én apetrots op zijn broer, maar die reageert heel lauw.

“Ik vind het niet leuk dat je zo op me afloopt als jullie me komen halen. Ik wil liever eerst dag zeggen aan papa”, zegt hij een half uurtje later, in de badkamer. Het is het zoveelste moment van … verandering in de relatie tussen de twee broers. Kleine broer neemt het niet goed op. Hij begint hartstochtelijk te huilen. Dit was een druppel…

Grote broer ziet zijn kleine broer heel graag, maar na de les wil hij niet in het midden van de zaal blijven staan, waar iedereen naar hem kijkt. Grote broer wil niet dat kleine broer de hele tijd praat in de fietskar. Dat kleine broer naast hem zit te wriemelen als ze naar een filmpje kijken. Het stoort hem dat kleine broer veel minder goed kan delen, rustig praten of stil zitten.

Eigenlijk is het al maanden aan de gang. De spanning en het zoeken. De conflicten en de tranen. Er is heel veel liefde en nog meer plezier samen. Maar grote broer zit in het tweede leerjaar. Kleine broer in de tweede kleuterklas. Ze zijn nu meer verschillend dan een tijd geleden.

De broers zijn een prachtig koppel. Lief voor elkaar, eerlijk, goede speelkameraden. Na de scheiding van hun ouders waren zij altijd samen. Mama en papa waren er maar soms. Broer was er altijd. Dat versterkt een band. Maar misschien is kleine broer daardoor ook wat te veel gaan leunen op grote broer?

In de zomer was er ook nog eens ‘de zaak Zwitserland’. Grote broer ging op vakantie met mama. Tien dagen naar de Zwitserse bergen. Nooit eerder waren de broers meer dan een dag gescheiden van elkaar. En nu plots tien. Papa was er tegen. Mama zei: “Kleine broer kan ook bij mijn ouders gaan logeren. Dan komen ze na de reis allebei bij jou. Maar zo zonder grote broer en mama, wil kleine broer misschien liever bij papa zijn.”

Ik geef hierop verder geen commentaar, maar feit is dat op de reis veel uitgesproken en niet uitgesproken jaloezie volgde. Er wordt geklopt, gepest, geklaagd en geklikt. De broers slapen nog altijd samen in een bed, maar grote broer weet het niet zo goed meer.

“Hij maakt me soms wakker ’s morgens. Met zijn gewroet. Stommerik.”

Hij zegt het teder, met eerder verdriet dan verwijt in zijn stem. Grote broer slaapt graag samen met kleine broer. Elke avond schuift hij dicht tegen hem aan. Lepeltjesgewijs. Maar voor de andere pijnpunten moet er wel een oplossing komen. Een nieuw evenwicht tussen de rustige, gewetensvolle, soms schuwe grote broer … en kanonskogel kleine broer.

“Wil je na de les liever eerst papa kussen? Of wil je dat kleine broer bij papa blijft staan, zodat je rustig naar de kant kan komen. En dan geef je broertje als eerste een knuffel, maar wel zélf?”

“Ja …” zegt grote broer. “Dat is het.”

 

Broederlijke en minder broederlijke verhalen of zusterlijke episodes zijn welkom.

 

 

 

 

Plaats een reactie